Terug naar het Malmstenen Tijdperk
Omdat gitaarsolo’s al een jaar of vijftien niet meer hip zijn, heb ik maar eens een top tien samengesteld. Mijn favoriete gitaarsoli aller tijden. Komen ze.
1. Ace Frehley (Kiss) – Rocket Ride (Alive II - 1977)
Samen met bas en drums strak opwerkend naar een climax, dan even losbarsten om vervolgens netjes af te ronden. Eigenlijk zijn er mooiere solo’s van Frehley, vooral op zijn eerste soloalbum uit 1978 en het in 1979 verschenen Dynasty, waarop de Kiss-gitarist een zeer volwassen en uitgekristalliseerd spel en dito sound laat horen. Maar het grootgeschapen Rocket Ride is zo heerlijk plat.
2. David Gilmour (Pink Floyd) – Another Brick In The Wall Part 2 (The Wall - 1979)
Heb ik eigenlijk veel te vaak gehoord, maar was een van de eerste solo’s die ik van het begin tot het eind mee kon zingen. Het subtiele Gilmour-geluid komt er helemaal in tot zijn recht. Rond, vloeiend en zachtaardig.
3. Vinnie Zummo (Joe Jackson) – We Can’t Live Together (Big World – 1986)
Misschien wel de meest expressieve gitaarsolo ooit opgenomen. Vertelt het verhaal van twee ruziënde echtelieden, zo dynamisch en overtuigd gefret dat je er nooit meer een gitaar van oppakt. Eigenlijk zou dit op nummer 1 moeten staan, maar ik wilde mijn favoriete snarenwonder op 1 hebben.
4. Francis Rossi (Status Quo) – Backwater (Quo – 1974)
Een erg a-typische Rossi-solo. Want een van zijn minst bluesy juweeltjes. Melodieus, beetje dramatisch. Geeft een heel andere wending aan het nummer. En kun je heel vaak horen. Prachtexemplaar. In al zijn eenvoud. Valt het trouwens wel eens iemand op dat zijn zangstem af en toe precies lijkt op die van Ace Frehley?
5. John Petrucci (Dream Theater) – A Fortune In Lies (When Dream And Day Unite – 1989)
Hardcore frettenslopen. Een uitbarsting die het nummer een extra dimensie geeft en zoveel noten per maat heeft dat je je afvraaft wat er toch met Yngwie Malmsteen gebeurd is. Lekker rauw geproduceerd ook en voorzien van een fabuleuze begeleiding, van een fabuleuze ritmesectie.
6. Jimmy Page (Led Zeppelin) – Good Times Bad Times (Led Zeppelin – 1969)
Wild met de deur in huis vallend. Eerste solo op Zeps eerste album. En meteen is de toon gezet. Dit is Jimmy Page, dames en heren. Hij bespeelt voor u de elektrische gitaar. En zoals u hoort kan hij dat voortreffelijk. Laat duidelijk horen waar Ace Frehley de mosterd haalde.
7. Alex Lifeson (Rush) – Closer To The Heart (A Farewell To Kings – 1977)
Simpel en melodieus. Deels dan. Mooi samenspel met bas en drums. Eigenlijk zijn dit drie solo’s. Zoals wel vaker bij dit Canadese trio. Het instrumentale La Villa Strangiato van het album Hemispheres bevat solo’s die eigenlijk beter laten zien waartoe Lifeson in staat is. Maar die in Closer To The Heart is zo mooi in evenwicht met de rest van het nummer.
8. Alan Morse (Spock’s Beard) – Walking On The Wind (Beware Of Darkness – 1996)
Ook hier speelt de begeleiding een grote rol. Een bijna allesbepalende rol. Want Morse vult hier met slechts een paar noten een hele solo in, terwijl het eigenlijke melodische werk door de rest van het gezelschap wordt verricht.
9. Yngwie J. Malmsteen (Yngwie J. Malmsteen) – Black Star (Rising Force – 1984)
Het langzame nummer dat zijn grotendeels instrumentale debuutalbum opent. De lead is een prachtige solo, de hele track is eigenlijk één grote solo. De begeleiding is wat suf, zeg maar gerust oersaai. Maar de Zweed schakelde hiermee wel in één klap de concurrentie uit.
Een Yngwie avant la lettre was de helaas veel te vroeg verongelukte Amerikaan Randy Rhoads (foto) die zich gezeten in een vliegtuigje tegen een schuur te pletter liet vliegen door een dronken tourbuschauffeur. De jonge gitarist was al enige jaren in dienst bij Ozzy Osbourne, met wie hij twee albums maakte. Ga vooral op zoek naar de postume liveplaat Randy Rhoads Tribute, als je hem nog nooit hebt horen spelen. Zijn gitaarsolo in Ozzy’s Revelation (Mother Earth) van diens solodebuut Blizzard Of Ozz is een kunstwerk op zichzelf. Een klassieker in de dubbele betekenis van het woord. Het is me vooralsnog een raadsel waarom die partij niet in deze top tien staat.
10. Joey Tafolla (Joey Tafolla) – Out Of The Sun (Out Of The Sun – 1987)
Van het steeds (en veel te weinig) terugkerende thema kreeg ik tot ver in de jaren negentig kippenvel. Joey Tafolla speelde eerder onder meer bij de kutband Jag Panzer. Goed dat hij daar in ieder geval is weggegaan. Zijn solodebuut is een van de zoveelste instrumentale platen vol gitaargeweld die het Amerikaanse Shrapnel label in de jaren tachtig uitbraakte. Niet de beste, maar dit nummer is een juweeltje.
Kortom, ik pleit voor een snelle terugkeer van de gitaarsolo in de rockmuziek. Eerherstel voor het snarengeselen. De gitaargod weer terug op zijn voetstuk. Waar hij hoort. Vort, jongens en meisjes aspirant-scheurvolk, in de benen en op naar de muziekboer!
1. Ace Frehley (Kiss) – Rocket Ride (Alive II - 1977)

2. David Gilmour (Pink Floyd) – Another Brick In The Wall Part 2 (The Wall - 1979)
Heb ik eigenlijk veel te vaak gehoord, maar was een van de eerste solo’s die ik van het begin tot het eind mee kon zingen. Het subtiele Gilmour-geluid komt er helemaal in tot zijn recht. Rond, vloeiend en zachtaardig.
3. Vinnie Zummo (Joe Jackson) – We Can’t Live Together (Big World – 1986)
Misschien wel de meest expressieve gitaarsolo ooit opgenomen. Vertelt het verhaal van twee ruziënde echtelieden, zo dynamisch en overtuigd gefret dat je er nooit meer een gitaar van oppakt. Eigenlijk zou dit op nummer 1 moeten staan, maar ik wilde mijn favoriete snarenwonder op 1 hebben.
4. Francis Rossi (Status Quo) – Backwater (Quo – 1974)
Een erg a-typische Rossi-solo. Want een van zijn minst bluesy juweeltjes. Melodieus, beetje dramatisch. Geeft een heel andere wending aan het nummer. En kun je heel vaak horen. Prachtexemplaar. In al zijn eenvoud. Valt het trouwens wel eens iemand op dat zijn zangstem af en toe precies lijkt op die van Ace Frehley?
5. John Petrucci (Dream Theater) – A Fortune In Lies (When Dream And Day Unite – 1989)
Hardcore frettenslopen. Een uitbarsting die het nummer een extra dimensie geeft en zoveel noten per maat heeft dat je je afvraaft wat er toch met Yngwie Malmsteen gebeurd is. Lekker rauw geproduceerd ook en voorzien van een fabuleuze begeleiding, van een fabuleuze ritmesectie.
6. Jimmy Page (Led Zeppelin) – Good Times Bad Times (Led Zeppelin – 1969)
Wild met de deur in huis vallend. Eerste solo op Zeps eerste album. En meteen is de toon gezet. Dit is Jimmy Page, dames en heren. Hij bespeelt voor u de elektrische gitaar. En zoals u hoort kan hij dat voortreffelijk. Laat duidelijk horen waar Ace Frehley de mosterd haalde.
7. Alex Lifeson (Rush) – Closer To The Heart (A Farewell To Kings – 1977)

8. Alan Morse (Spock’s Beard) – Walking On The Wind (Beware Of Darkness – 1996)
Ook hier speelt de begeleiding een grote rol. Een bijna allesbepalende rol. Want Morse vult hier met slechts een paar noten een hele solo in, terwijl het eigenlijke melodische werk door de rest van het gezelschap wordt verricht.
9. Yngwie J. Malmsteen (Yngwie J. Malmsteen) – Black Star (Rising Force – 1984)
Het langzame nummer dat zijn grotendeels instrumentale debuutalbum opent. De lead is een prachtige solo, de hele track is eigenlijk één grote solo. De begeleiding is wat suf, zeg maar gerust oersaai. Maar de Zweed schakelde hiermee wel in één klap de concurrentie uit.

10. Joey Tafolla (Joey Tafolla) – Out Of The Sun (Out Of The Sun – 1987)
Van het steeds (en veel te weinig) terugkerende thema kreeg ik tot ver in de jaren negentig kippenvel. Joey Tafolla speelde eerder onder meer bij de kutband Jag Panzer. Goed dat hij daar in ieder geval is weggegaan. Zijn solodebuut is een van de zoveelste instrumentale platen vol gitaargeweld die het Amerikaanse Shrapnel label in de jaren tachtig uitbraakte. Niet de beste, maar dit nummer is een juweeltje.
Kortom, ik pleit voor een snelle terugkeer van de gitaarsolo in de rockmuziek. Eerherstel voor het snarengeselen. De gitaargod weer terug op zijn voetstuk. Waar hij hoort. Vort, jongens en meisjes aspirant-scheurvolk, in de benen en op naar de muziekboer!
Labels: Beats
5 Comments:
Tjonge jonge wat een ongebalanceerde lijst. Wel Yngwie maar niet Randy???? Terwijl je daarna notenklown Joey Tafolla noemt? Ach ja, had je net zo goed Richie Kotzen of Tony MacAlpine kunnen noemen. (en wat is er in vredesnaam mis met die stoere brute eerste Jag Panzer plaat?) En waar is onze landgenoot Eddie? Qua platte maar lekkere soli: hoezo geen Thin Lizzy gitaristen? Ipv die matige Rocket Ride van ome Ace bijvoorbeeld? Ritchie ontbreekt ook al in je lijstje terwijl fucking Francis Rossi er wel instaat. Snap er helemaal niets van!
Ja, maak er lekker zelf één, in plaats van je eigen smaak (smaak ja, want daar hebben we het hier over) als wetenschap te presenteren! (Kusje?)
Favoriete gitaarsoli zijn een kwestie van de juiste snaar raken en die valt niet echt te beredeneren; kippenvel is domweg niet te sturen. Het merendeel van de soli stamt uit mijn jeugd en daar deed ik mooie ervaringen op met juist dit gitaarwerk, niet noodzakelijk de béste gitaarsolo's ever - als die al bestaan.
Ritchie Blackmore vind ik een te grote eikel.
Randy Rhoads krijgt speciale aandacht, waarmee hem meer eer te beurt valt dan zijn Zweedse collega.
En wat Thin Lizzy betreft, misschien maak ik nog een keer een top tien van mooiste twinsolo's.
Graag jouw eigen top tien hier, thank you very much!
Whoehahahaa, de juiste snaar raken! Rico, die heeft een zo hoog open-deur-gehalte, dat ie weer goed is! Hahahaha! Ik zal mijn mond verder maar houden over enige toevoegingen op deze (overigens zeer intrigerende) lijst. Ben het volledig met je conclusie eens: gitaarsoli, meer, nu!
To Mike: mag trouwens ook een top tien van iets anders zijn... Lijstjes heersen.
Tja, ben zelf niet zo van de lijstjes aangezien top 10's altijd een momentopname zijn. En bijvoorbeeld zeer afhankelijk van stemming.
Op dit moment vind ik namelijk dat Buckethead absoluut in de top 3 van beste snarengeselaars aller tijden staat. Samen met ehmmm.... Randy Rhoads en Eddie van Halen als we in rocksferen blijven.
Mocht je Buckethead niet kennen: Vind hem de enige shredder van wie ik kippevel krijg, vooral door zijn af en toe totaal gestoord geniale schijnbaar atonale dingen die me mateloos fascineren, in combinatie met Scifi en comics invloeden.(Steve Vai move over)
Het enige negatieve wat ik over hem kan bedenken is dattie zich een paar jaar geleden samen met drumbeest Brain (tijdelijk) heeft laten overhalen om bij Guns 'n Roses te spelen.
En dat Ozzy hem graag wilde hebben maar dat hij weigert om zonder masker te spelen....
Buckethead staat sowieso absoluut op nummer 1 als "beste gitarist om stoned naar te luisteren"
Ik heb e.e.a. van de man in huis. En je vindt diverse briljante live opnames als je even zoekt op www.archive.org. Ook om even een idee te krijgen...
Post a Comment
<< Home