Friday, October 06, 2006

Quo doet het gewoon nog steeds

Al meteen bij opener Caroline is het feest. Quo doet het nog steeds. En vol overtuiging. Oké, de heren lopen tegen de zestig en dat is te merken. Maar het zijn natuurlijk ook gewoon mensen. De arbeidsproductiviteit is er niet minder om. Een uur en drie kwartier lang stoomt de band door het beste uit haar carrière. En door een dipje als In The Army Now en The Oriental, maar dat zijn mooie gelegenheden om bier te halen. Hoewel dat tegenwoordig met Major Toms in de zaal niet meer altijd hoeft. Geweldige uitvinding overigens. Nu nog een wandelende plee en concerten in de Heineken Music Hall raken steevast uitverkocht.

Maar terug naar Status Quo. Het is heel gemakkelijk om de band af te doen als notoire zelfherhaler. Maar daarmee wordt het gezelschap rond Rick Parfitt en Francis Rossi zwaar onderschat. Afgezien van de boogie-woogierock staan op elk album wel enkele a-typische Quo-nummers die vaak juweeltjes blijken. En die live helaas niet of nauwelijks aan bod komen.

Wel aan bod kwamen vanavond klassiekers als Down Down, Whatever You Want, Don’t Waste My Time, Rain, Paper Plane, Most Of The Time, Again And Again, What You’re Proposing, Dirty Water, Down The Dustpipe en Gerdundula. Al dan niet in een medley verwerkt. En overtuigend gebracht. Natuurlijk, Rick Parfitt moet weleens wat concessies doen aan zijn zanglijnen; ook zijn stem loopt tegen de zestig. Maar na flink te knijpen in de coupletten van Something ‘bout You Baby I Like wist hij in de navolgende nummers kranig overeind te blijven. Zijn gitaarspel is daarentegen niet aan slijtage onderhevig. Krachtig ragde hij de slagpartijen uit zijn Telecaster. En ook zijn podiumpresentatie liet nog geen sporen van veroudering zien. Evenmin verloren gegaan is Rossi’s vingervlugheid. Zijn strakheid echter wel. Hij speelde slordig en liet veel van het originele solowerk achterwege. Desondanks of misschien wel dankzij dit gitaargedrag blijft het een uiterst sympathieke frontman.

Niet sympathiek, maar ‘t moet me wel van het hart: die drummer moet vervangen! Vandaag nog! Wat een houthakker zeg. Zelden zie je zulke slechte slagwerkers in de Heineken Music Hall. Clichématig, weliswaar strak, maar bovenal ongeïnspireerd. Dat gold in extreme mate voor zijn drumsolo. Die was om te huilen. Nu ben ik al niet van de drumsolo’s –die van Rush-drummer Neil Peart daargelaten- maar dit broddelwerk was ongepast en had meer weg van een soundcheck. Bovendien hielp hij het slot van dus-net-niet-hoogtepunt Roll Over Lay Down vakkundig naar God door het einde acht maten te vroeg in te zetten waardoor de climax in rook opging. Graag een nieuwe dus.

Een pluim moet naar bassist John ‘Rhino’ Edwards, die op het podium weliswaar de uitstraling heeft van een zwakzinnige, maar ook de ruggengraat van Quo vormt. Hij is onzichtbaar en onhoorbaar, maar hij is het ook die de band op het podium bij elkaar houdt. En die ervoor zorgt dat Rossi en drummer Matthew Letley zich hun uitglijders kunnen permitteren.


En dan nog een eervolle vermelding voor het absolute hoogtepunt van de avond: het moddervette, ijselijk rockende Big Fat Mama. Iedereen was hier optimaal op dreef. De band speelde het nummer niet volledig, maar wel grotendeels en het was genieten, waarbij alle lof voor oudje Parfitt die de HMH in vuur en vlam zette. Verder was het leuk om bij de jongste minderheid van het publiek te horen. Gemoedelijk publiek overigens, rustig en welgemanierd. Ondanks het hoge promillage.

Eén ding nog. Kan iemand ervoor zorgen dat net als het crowdsurfen het vingerfluiten wordt verboden? Wat een irritante gewoonte. Of ben ik nu ook al een ouwelul?


De foto is gejat van de Quo-site.

Labels:

0 Comments:

Post a Comment

<< Home