Uit hoofdstuk 14 (II)
Tweede fragment uit hoofdstuk 14, De gulle hand van Terence, en vervolg van vrijdag 17 november 2006
Ruben was er fel op tegen geweest dat Jonathan MDMA zou nemen. “Hou jij het nou gewoon bij de plantaardigen”, had hij gezegd toen Jonathan geestdriftig had aangekondigd dat hij ook een keer xtc wilde nemen. Ze zaten in de flat van Terence, hij dronk soep, Ruben at een bord magnetronboerenkool. Terence had al gegeten. “Komt niks van in, Joon. Die paddo’s trok je al nauwelijks. Ik wil niet dat je nog een keer omvalt. Ik durf Kristel nu al niet meer recht in de ogen te kijken. En ik denk dat ik op jouw eerstvolgende verjaardagsfeestje ook nog ruzie krijg met die hoofdredacteur van je. Dus het gaat mooi niet door, ik geef jou niks.”
“Ah, kom op, Rub. Wat ís dit nou?”, had Jonathan gezegd. “Wat kan er nou mis gaan met één pilletje. Bovendien zijn we vlakbij huis vanavond. Dus als het moet, lig ik in tien minuten in mijn eigen mandje.”
“Nee, gaat niet gebeuren.”
“Ah, kom op. Ter, zeg jij nou eens wat.” Jonathan had naar Terence gekeken die zat te sms’en. “Ah, Rub, man. Laat die gozer een keer hard gaan”, had Terence gezegd, zijn telefoon inklappend. Hij had het op het houten bijzettafeltje naast de bank gelegd en was opgestaan om een nieuw pak ananassap te halen. Bij de deur had hij zich omgedraaid naar Ruben. “Ben jij weleens fout gegaan op één pilletje?”
“Ik heb geen pillen. Ik kon MDMA-kristallen krijgen. Getest. Genoeg voor samen vier keer feest”, had Ruben gezegd.
“Nou, dan is het helemaal veilig, toch? Geen speed, geen andere shit. Die gozer krijgt de nacht van zijn leven. Kom op, het is oud en nieuw. Ik neem het wel mee. Ik zal zorgvuldig doseren.” Terence had het zakje van Rubens portemonnee op de tv gepakt en het in zijn broekzak gestopt. “Ik geef het hem wel. Hij heeft voor hetere vuren gestaan.”
“O ja?”, had Ruben gevraagd.
“Vast wel. Joon, ik ga geen babysitter spelen vannacht.” Maar Terence wilde het wel eens zien, Jonathan strak. Hij had glimlacht toen hij de trap af was gelopen. De stoot van spanning die door hem heen was gegaan, had nog nagezinderd toen hij bij de koelkast stond en hij niet meer wist wat hij in de keuken kwam doen. Om half één hadden ze hun jassen aangetrokken en waren ze gaan lopen. Onderweg had Ruben gezegd dat hij er niks mee te maken wilde hebben. En dat hij geen zin had in gezeik op de eerste dag van het nieuwe jaar.
“Hoeveel xtc zat er in dat bekertje?” Ruben klinkt bits.
“Hoezo?” Terence kraakt zijn vingers, onhoorbaar door de muziek in de belendende zaal. Ruben knikt zijn hoofd naar Jonathan. “Hoeveel zat erin?”
“Ik heb het zakje in drieën verdeeld. Leek me wel handig, alles in één keer.”
“Wat? WAT? Lul! Stomme zak! Ben je wel goed wijs? Alles in één keer? Alles is op nu?”
“Nou eh, we zouden toch hard gaan?” Terence kijkt naar Jonathan en dan naar de grond. Dan weer naar Ruben, die is opgestaan en Jonathan plat op de bank legt. “Ik ben blij dat ik wél een bodem heb. Wat heb jij gegeten? Klootzak!”
“Pasta, van Belle Napoli. Grote bak dus.”
“Helemaal op?”
“Yep.”
“Dan zit je ook vast goed. Hij heeft alleen een beker cupasoup op, en een oliebol net voor we weggingen. Dus misschien… eh, voel jij al wat eigenlijk?”
“Nee, beetje stoned alleen”, zegt Terence, bijna te zacht voor Ruben.“Echt, Ter, dit is een waanzinnige klotestreek. Wat mij betreft mag jij hier de wacht houden vannacht. Ik wil wel gewoon even dansen.” Ruben pakt een sigaret en gaat op de leuning van de bank zitten. Jonathan ligt te klappertanden. Hij heeft zijn ogen dicht. Ruben probeert Jonathan bij zijn positieven te krijgen, maar staakt zijn poging na een minuut. “Hé, ik ga dansen. Zie je straks.” Hij staat op en loopt de technozaal in. Terence hurkt voor het gezicht van Jonathan. “Hé, word eens wakker. Kom op nou, Joon. Het is feest. Lekkere beatjes.” Jonathan doet zijn ogen even open en Terence ziet de irissen wegdraaien. “Kom op nou, man. Ik wil ook even dansen.”
(Naar het slot van dit hoofdstuk)
Ruben was er fel op tegen geweest dat Jonathan MDMA zou nemen. “Hou jij het nou gewoon bij de plantaardigen”, had hij gezegd toen Jonathan geestdriftig had aangekondigd dat hij ook een keer xtc wilde nemen. Ze zaten in de flat van Terence, hij dronk soep, Ruben at een bord magnetronboerenkool. Terence had al gegeten. “Komt niks van in, Joon. Die paddo’s trok je al nauwelijks. Ik wil niet dat je nog een keer omvalt. Ik durf Kristel nu al niet meer recht in de ogen te kijken. En ik denk dat ik op jouw eerstvolgende verjaardagsfeestje ook nog ruzie krijg met die hoofdredacteur van je. Dus het gaat mooi niet door, ik geef jou niks.”
“Ah, kom op, Rub. Wat ís dit nou?”, had Jonathan gezegd. “Wat kan er nou mis gaan met één pilletje. Bovendien zijn we vlakbij huis vanavond. Dus als het moet, lig ik in tien minuten in mijn eigen mandje.”
“Nee, gaat niet gebeuren.”
“Ah, kom op. Ter, zeg jij nou eens wat.” Jonathan had naar Terence gekeken die zat te sms’en. “Ah, Rub, man. Laat die gozer een keer hard gaan”, had Terence gezegd, zijn telefoon inklappend. Hij had het op het houten bijzettafeltje naast de bank gelegd en was opgestaan om een nieuw pak ananassap te halen. Bij de deur had hij zich omgedraaid naar Ruben. “Ben jij weleens fout gegaan op één pilletje?”
“Ik heb geen pillen. Ik kon MDMA-kristallen krijgen. Getest. Genoeg voor samen vier keer feest”, had Ruben gezegd.
“Nou, dan is het helemaal veilig, toch? Geen speed, geen andere shit. Die gozer krijgt de nacht van zijn leven. Kom op, het is oud en nieuw. Ik neem het wel mee. Ik zal zorgvuldig doseren.” Terence had het zakje van Rubens portemonnee op de tv gepakt en het in zijn broekzak gestopt. “Ik geef het hem wel. Hij heeft voor hetere vuren gestaan.”
“O ja?”, had Ruben gevraagd.
“Vast wel. Joon, ik ga geen babysitter spelen vannacht.” Maar Terence wilde het wel eens zien, Jonathan strak. Hij had glimlacht toen hij de trap af was gelopen. De stoot van spanning die door hem heen was gegaan, had nog nagezinderd toen hij bij de koelkast stond en hij niet meer wist wat hij in de keuken kwam doen. Om half één hadden ze hun jassen aangetrokken en waren ze gaan lopen. Onderweg had Ruben gezegd dat hij er niks mee te maken wilde hebben. En dat hij geen zin had in gezeik op de eerste dag van het nieuwe jaar.
“Hoeveel xtc zat er in dat bekertje?” Ruben klinkt bits.
“Hoezo?” Terence kraakt zijn vingers, onhoorbaar door de muziek in de belendende zaal. Ruben knikt zijn hoofd naar Jonathan. “Hoeveel zat erin?”
“Ik heb het zakje in drieën verdeeld. Leek me wel handig, alles in één keer.”
“Wat? WAT? Lul! Stomme zak! Ben je wel goed wijs? Alles in één keer? Alles is op nu?”
“Nou eh, we zouden toch hard gaan?” Terence kijkt naar Jonathan en dan naar de grond. Dan weer naar Ruben, die is opgestaan en Jonathan plat op de bank legt. “Ik ben blij dat ik wél een bodem heb. Wat heb jij gegeten? Klootzak!”
“Pasta, van Belle Napoli. Grote bak dus.”
“Helemaal op?”
“Yep.”
“Dan zit je ook vast goed. Hij heeft alleen een beker cupasoup op, en een oliebol net voor we weggingen. Dus misschien… eh, voel jij al wat eigenlijk?”
“Nee, beetje stoned alleen”, zegt Terence, bijna te zacht voor Ruben.“Echt, Ter, dit is een waanzinnige klotestreek. Wat mij betreft mag jij hier de wacht houden vannacht. Ik wil wel gewoon even dansen.” Ruben pakt een sigaret en gaat op de leuning van de bank zitten. Jonathan ligt te klappertanden. Hij heeft zijn ogen dicht. Ruben probeert Jonathan bij zijn positieven te krijgen, maar staakt zijn poging na een minuut. “Hé, ik ga dansen. Zie je straks.” Hij staat op en loopt de technozaal in. Terence hurkt voor het gezicht van Jonathan. “Hé, word eens wakker. Kom op nou, Joon. Het is feest. Lekkere beatjes.” Jonathan doet zijn ogen even open en Terence ziet de irissen wegdraaien. “Kom op nou, man. Ik wil ook even dansen.”
(Naar het slot van dit hoofdstuk)
0 Comments:
Post a Comment
<< Home