Saturday, December 30, 2006

Nieuwe soloplaat Paul Stanley van dubieus allooi

Oké, dit is edelkitsch. Maar bij vlagen tamelijk goed uitgevoerd. Met veel gevoel voor authenciteit. Zowel qua instrumentatie als voor wat betreft de klank van de opnamen. Puur en met op sommige nummers een correcte livefeel. Uitstekende zang, van een man die al jaren loopt te leuren met deze plaat. Of er in ieder geval eind vorige eeuw al aan is begonnen. Alleen, die lengte: 33 minuten. Dat kan echt niet in deze tijd. Kon al niet in het vinyltijdperk. En dat voor een prijs die hoger ligt dan die van de meest recente Tool. Om maar een verschil te noemen.

Maar hij is af en toe best te pruimen, zij het zo wisselvallig als een Kiss-album. Zelfs zijn debuut uit 1978, een van de beste Kiss-platen ooit, is evenwichtiger dan zijn opvolger. En duurt langer!

Live To Win opent sterk met het titelnummer en vooral het tweede Lift, volgens de sticker op het hoesje ook single. Mooi gitaarwerk over een solide en groovende ritmesectie bestaande uit drummer Victor Indrizzo en bassist Corky James. Later op het album wordt de viersnaar ter hand genomen door onder meer Sean Harley en oud-bandmaatje Bruce Kulick.

De plaat kent ook wat clichématige zwakkelingen. Zoals het niet van Oooh yeah’s gespeende Bulletproof en het door Desmond “Duh-du-duh duh-du-duh” Child meegeschreven All About You. Ook de daaropvolgende ballade is werkelijk zum kotzen. Stanley komt even sterk terug. It’s Not Me rockt lekker weg, maar het tweede soloalbum zakt dan weer in met het jaren nul-equivalent van Stanleys zwakste nummers uit de jaren tachtig en negentig. Afsluiter Where Angels Dare lijkt erg op Goodbye van zijn eerste soloelpee. Niet onaardig. Maar jongens, 33 minuten voor een schijfje waar tachtig minuten muziek op kan. Ik zou hem lekker downloaden.

Labels:

0 Comments:

Post a Comment

<< Home