Identiteitscrisis
Het Nederlandse bankwezen en de gemeente Utrecht krijgen vandaag de Veer van de Week. Ook de KPN dong mee naar deze prijs, maar moet met een goede tweede plaats genoegen nemen. En nee echt, dit is niet cynisch bedoeld.
Eind van deze ochtend reden mijn collega en ik vanuit het centrum van IJmuiden naar de kust. We hadden een interview af- en opgenomen en besloten te lunchen op het terras van een restaurant in de duinen, met uitzicht op het lange brede strand en de binnenkomende cruiseschepen. We parkeerden de auto op een betaalde parkeerplaats, waar meer zeeliefhebbers stonden en waar geen plaats was om je te verbergen. Ik haalde het geld uit mijn portemonnee en liet mijn nagenoeg lege rugzak op de achterbank liggen. Oké, da’s stom, hoor ik je zeggen. En ja, dat is het anno 2007 ook, weet ik nu. Ik was wat naïef in dat soort dingen. Ik kon me niet voorstellen dat op een betaalde parkeerplaats in de lieflijke duinen van IJmuiden, vlakbij een restaurant, om een platte rugzak te scoren op klaarlichte dag een autoruit wordt ingeslagen.
De lucht is strakblauw, je colbert kan uit en een Coca Cola Light smaakt prima als je je zonnebril ophoudt. Het terras is nauwelijks bezet. Gezeten op het windscherm aan de rand van het terras loeren mussen op ons bord en vooral de kruimels die er vanaf zouden kunnen vallen. We nemen nog een cappuccino en besluiten terug te gaan naar kantoor. “Hé, volgens mij is er een ruit ingeslagen”, zegt mijn collega, als we het parkeerterrein oplopen.” Ik zie het ook. “Kut”, denk ik en voel in mijn colbert. Geen telefoon. Kut. Geen memorecorder. Kut. KUT! Mijn collega is wat eerder bij de auto dan ik. “Je tas is weg.”
Het interview! denk ik als eerste. En als tweede: ik moet drie bankrekeningen laten blokkeren. “Heb jij aantekeningen gemaakt bij dat interview?”, vraag ik mijn collega. Het gesprek is gestolen. Gelukkig heeft hij zitten schrijven en denken we dat we met wat er nog in mijn hoofd zit wel een verhaal kunnen maken. Mijn telefoon. Al die nummers. Kwijt. En oh ja, een stropdas van tachtig euro. Mijn enige nog operationele. Tot vandaag. Koortsachtig probeer ik te inventariseren wat er nog meer in mijn portemonnee zat. NS-kaart, strippenkaart, verzekeringspasjes, bonuskaart, airmilespas, visvergunningen uit 2004, 2005 en 2006. Ben een kort moment blij dat ik mijn nieuwe Vispas nog niet heb. Een paar visitekaartjes, kaartje voor de Blue Man Group, uit februari, rijbewijs. Rijbewijs? Kut. Nou kan ik me niet meer legitimeren. Want mijn paspoort zou ik vanmiddag ophalen. Het afhaalbewijs daarvoor zat ook in mijn rugzak.
Ik vrees voor een bureaucratische hel. “Ja, meneer, maar zonder afhaalbewijs kunnen wij u natuurlijk uw paspoort niet meegeven. Kunt u zich wel legitimeren?” Nee, denk ik hardop, want mijn rijbewijs is ook gestolen. “Dit wordt een drama”, zeg ik tegen mijn collega. Die knikt en grijnst dan. “Of je neemt een andere identiteit aan en begint een nieuw leven. Dit is je kans!” Zijn tas ligt nog in de auto.
Aangifte doen op het politiebureau van IJmuiden gaat niet echt van een leien dakje, aangezien die ochtend een nieuw systeem operationeel is geworden. Ik leg mijn identiteitsprobleem uit en vraag de agent of alleen een aangiftebewijs genoeg is voor de gemeente. De agent verzekert me dat dat zo is. Als hij klaar is, bel ik de bank, nog vanuit het politiebureau. Passen worden zonder omhaal geblokkeerd, binnen enkele dagen krijg ik nieuwe. Sommige pincodes blijven zelfs onveranderd. Net zo eenvoudig wordt de SIM-kaart onbruikbaar gemaakt. Het laatste struikelblok is de gemeente.
Om tien over vijf kom ik de hal van het gemeentehuis binnen. De man achter de balie houdt zijn armen in de lucht gespreid en zegt als ik me meld voor een nummertje dat ze om vijf uur gesloten zijn. Ik vertel hem van de inbraak en mijn huidige gebrek aan identiteit. “Ik kan nu niet voldoen aan de identificatieplicht.” Dat werkt. De man loodst me de ruimte met de balies binnen en wijst me er een waar ik me kan melden als alle mensen die nog wachten zijn geweest. Een nummertje krijg ik niet.
Als de vrouw achter de betreffende balie op gaat ruimen, vraag ik haar of ze door haar nummers heen is. Dat is ze en argwanend neemt ze me op. Ik leg haar de situatie uit en benadruk nog eens dat ik me nu niet kan legitimeren. Ze zegt dat ze haar systeem al heeft afgesloten. “Wat is je achternaam en je geboortedatum?” Ik vertel het haar. Zonder enige vorm van protest –het is inmiddels half zes- loopt ze naar een kast en haalt daar mijn verse paspoort uit. Ik laat haar het aangiftebewijs zien, maar ze heeft er geen belangstelling voor. Ze kijkt niet eens naar de foto en geeft me het document. Ik bedank haar tot ze zich omdraait en wegloopt. “Voor mijn rijbewijs kom ik nog weleens terug”, roep ik haar nog na. “Twee weken wachten is gebruikelijk”, roept ze terug. Twee weken mijn rijbewijs kwijt. En dat na twee Coca Cola Light. Anyway, hulde dus voor onze dienstverleners. Niet gedacht dat ik dat ooit nog zou zeggen.
Eind van deze ochtend reden mijn collega en ik vanuit het centrum van IJmuiden naar de kust. We hadden een interview af- en opgenomen en besloten te lunchen op het terras van een restaurant in de duinen, met uitzicht op het lange brede strand en de binnenkomende cruiseschepen. We parkeerden de auto op een betaalde parkeerplaats, waar meer zeeliefhebbers stonden en waar geen plaats was om je te verbergen. Ik haalde het geld uit mijn portemonnee en liet mijn nagenoeg lege rugzak op de achterbank liggen. Oké, da’s stom, hoor ik je zeggen. En ja, dat is het anno 2007 ook, weet ik nu. Ik was wat naïef in dat soort dingen. Ik kon me niet voorstellen dat op een betaalde parkeerplaats in de lieflijke duinen van IJmuiden, vlakbij een restaurant, om een platte rugzak te scoren op klaarlichte dag een autoruit wordt ingeslagen.
De lucht is strakblauw, je colbert kan uit en een Coca Cola Light smaakt prima als je je zonnebril ophoudt. Het terras is nauwelijks bezet. Gezeten op het windscherm aan de rand van het terras loeren mussen op ons bord en vooral de kruimels die er vanaf zouden kunnen vallen. We nemen nog een cappuccino en besluiten terug te gaan naar kantoor. “Hé, volgens mij is er een ruit ingeslagen”, zegt mijn collega, als we het parkeerterrein oplopen.” Ik zie het ook. “Kut”, denk ik en voel in mijn colbert. Geen telefoon. Kut. Geen memorecorder. Kut. KUT! Mijn collega is wat eerder bij de auto dan ik. “Je tas is weg.”
Het interview! denk ik als eerste. En als tweede: ik moet drie bankrekeningen laten blokkeren. “Heb jij aantekeningen gemaakt bij dat interview?”, vraag ik mijn collega. Het gesprek is gestolen. Gelukkig heeft hij zitten schrijven en denken we dat we met wat er nog in mijn hoofd zit wel een verhaal kunnen maken. Mijn telefoon. Al die nummers. Kwijt. En oh ja, een stropdas van tachtig euro. Mijn enige nog operationele. Tot vandaag. Koortsachtig probeer ik te inventariseren wat er nog meer in mijn portemonnee zat. NS-kaart, strippenkaart, verzekeringspasjes, bonuskaart, airmilespas, visvergunningen uit 2004, 2005 en 2006. Ben een kort moment blij dat ik mijn nieuwe Vispas nog niet heb. Een paar visitekaartjes, kaartje voor de Blue Man Group, uit februari, rijbewijs. Rijbewijs? Kut. Nou kan ik me niet meer legitimeren. Want mijn paspoort zou ik vanmiddag ophalen. Het afhaalbewijs daarvoor zat ook in mijn rugzak.
Ik vrees voor een bureaucratische hel. “Ja, meneer, maar zonder afhaalbewijs kunnen wij u natuurlijk uw paspoort niet meegeven. Kunt u zich wel legitimeren?” Nee, denk ik hardop, want mijn rijbewijs is ook gestolen. “Dit wordt een drama”, zeg ik tegen mijn collega. Die knikt en grijnst dan. “Of je neemt een andere identiteit aan en begint een nieuw leven. Dit is je kans!” Zijn tas ligt nog in de auto.
Aangifte doen op het politiebureau van IJmuiden gaat niet echt van een leien dakje, aangezien die ochtend een nieuw systeem operationeel is geworden. Ik leg mijn identiteitsprobleem uit en vraag de agent of alleen een aangiftebewijs genoeg is voor de gemeente. De agent verzekert me dat dat zo is. Als hij klaar is, bel ik de bank, nog vanuit het politiebureau. Passen worden zonder omhaal geblokkeerd, binnen enkele dagen krijg ik nieuwe. Sommige pincodes blijven zelfs onveranderd. Net zo eenvoudig wordt de SIM-kaart onbruikbaar gemaakt. Het laatste struikelblok is de gemeente.
Om tien over vijf kom ik de hal van het gemeentehuis binnen. De man achter de balie houdt zijn armen in de lucht gespreid en zegt als ik me meld voor een nummertje dat ze om vijf uur gesloten zijn. Ik vertel hem van de inbraak en mijn huidige gebrek aan identiteit. “Ik kan nu niet voldoen aan de identificatieplicht.” Dat werkt. De man loodst me de ruimte met de balies binnen en wijst me er een waar ik me kan melden als alle mensen die nog wachten zijn geweest. Een nummertje krijg ik niet.
Als de vrouw achter de betreffende balie op gaat ruimen, vraag ik haar of ze door haar nummers heen is. Dat is ze en argwanend neemt ze me op. Ik leg haar de situatie uit en benadruk nog eens dat ik me nu niet kan legitimeren. Ze zegt dat ze haar systeem al heeft afgesloten. “Wat is je achternaam en je geboortedatum?” Ik vertel het haar. Zonder enige vorm van protest –het is inmiddels half zes- loopt ze naar een kast en haalt daar mijn verse paspoort uit. Ik laat haar het aangiftebewijs zien, maar ze heeft er geen belangstelling voor. Ze kijkt niet eens naar de foto en geeft me het document. Ik bedank haar tot ze zich omdraait en wegloopt. “Voor mijn rijbewijs kom ik nog weleens terug”, roep ik haar nog na. “Twee weken wachten is gebruikelijk”, roept ze terug. Twee weken mijn rijbewijs kwijt. En dat na twee Coca Cola Light. Anyway, hulde dus voor onze dienstverleners. Niet gedacht dat ik dat ooit nog zou zeggen.
2 Comments:
Toch een gemiste kans 'die nieuwe identiteit'...
Ik ben dik tevreden met mijn huidige identiteit. Zij het dat ik wel wat overgewicht kan missen, maar dat hebben ze mooi niet meegenomen. Fucking bastards!
Post a Comment
<< Home