Friday, May 19, 2006

Platen van 2005 (2)

Shpongle
Nothing lasts... but nothing is lost


Alleen al de titel stemt tot hoop. Ik eet mandarijntjes als het Spaanse akoestische gitaarriffje van Pete Callard het plastic salsafeest onderbreekt in Levitation Nation. En salsa is het eigenlijk niet echt. Het is opzwepende jaren tachtig foute-discothekenmuziek maar zo goed geproduceerd en mooi weg ge-eqt dat hier gewoon sprake is van kunst met de tot cliché verworden hoofdletter K. Voor wat het waard is.

Met Nothing lasts... but nothing is lost degradeert het duo Simon Posford/Raja Ram al hun vorige werk in één klap tot op plastic geperste vingeroefeningen. Want wat een geluidstovenarij is dit, wat een prachtige verzameling zelfgemaakte klanken, en wat zijn ze intelligent op ritme gezet en voorzien van lekkere stemmen. Dit is muzikaal trippen in optima forma. Elke muzikant die zich wel eens met sample-editing bezig houdt, zou deze opvolger van Tales of the inexpressible dagelijks moeten draaien. Of in ieder geval eens per maand, om zijn referentiekader aan te scherpen. Elke muzikant die zich afvraagt hoe een ritme te maken op een pianopartij die zo weinig noten bevat dat je niet weet waar te beginnen, krijgt hier het antwoord. Elke geluidstechnicus zou dit album op zijn mp3speler moeten dragen. Want het is verplichte vakliteratuur wat Shpongle hier op zijn derde voorschotelt (remixen niet meegeteld).

Superfunctioneel gitaarwerk dwingt de tracks naar een opstaande rand in je muzikale bewustzijn, af en toe versterkt door heerlijk volle trompetten en ingenieus ingekaderd door het swingende drumwerk. Je trommelvlies juicht als het spel van hi-hat en bassdrum van timmer Nogira samen met de bassen de boel op gang brengen. Sfeervol zijn de vocale partijen. De vindingrijke melodieën en de stemmen van Hari-Om en Michele Adamson zullen elke bad trip doen keren. En veel beter dan met de tracks Nothing lasts... en ...But nothing is lost kun je de helaas en veel te vroeg overleden out-of-the-box-wetenschapper Terence McKenna voorts niet eren. Slechts aan het einde is er een klein dipje dat zijn dieptepunt krijgt in de niet zo overtuigende metalgitaren van The Nebbish Route. Maar daar moet je gewoon effe doorheen. Het mag de pret eigenlijk niet drukken.

Want echt, zelden hoorde ik zo'n perfecte psychedelische dance-plaat. Zo vernieuwend en toch zo vertrouwd van karakter. Zo goed gespeeld dat je zelfs van de fluitpartijen kunt blijven genieten. Zo kristalhelder klinkend. Zo compleet. Zelden hoorde ik een plaat die zo veel hoop uitademde. En hij blijft nieuwe ontdekkingen opleveren, ook na twintig keer draaien. Samen met de meest recente Mars Volta is dit het beste wat 2005 muzikaal voor mij in petto had.

Labels:

0 Comments:

Post a Comment

<< Home